preserveerde
- pre·ser·veer·de
vervoeging van |
---|
preserveren |
preserveerde
- enkelvoud verleden tijd van preserveren
- Ik preserveerde.
- Jij preserveerde.
- Hij, zij, het preserveerde.
- Ik preserveerde.
- Het woord preserveerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.