precaverse
- pre·ca·ver·se
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
precaverse |
precavía |
precavido |
volledig |
precaverse
- wederkerend op zijn hoede zijn, voorzichtig zijn
- oppassen voor
- precaverse in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española