Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·wert

Werkwoord

vervoeging van
poweren

powert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poweren
    • Jij powert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poweren
    • Hij powert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van poweren
    • Powert! 

Gangbaarheid