• po·te·ta
Naar frequentie 5668

poteter

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van potet
    «Det serveres ørret med poteter, agurksalat og dessert.»
    Het wordt geserveerd forel met aardappelen, komkommersalade en dessert.


  • po·te·ter

poteter

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van potet