• IPA: /pɔstʊpʊjɛtɛ/
  • po·stu·pu·je·te

postupujete

  1. informeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord postupovat
  2. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord postupovat