portioneerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- por·ti·o·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
portioneren |
portioneerden
- meervoud verleden tijd van portioneren
- Wij portioneerden.
- Jullie portioneerden.
- Zij portioneerden.
- Wij portioneerden.
Gangbaarheid
- Het woord portioneerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.