pollueerden
- Geluid: pollueerden (hulp, bestand)
- pol·lu·eer·den
vervoeging van |
---|
pollueren |
pollueerden
- meervoud verleden tijd van pollueren
- Wij pollueerden.
- Jullie pollueerden.
- Zij pollueerden.
- Wij pollueerden.
- Het woord pollueerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.