Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pok·put·je

Zelfstandig naamwoord

het pokputjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pokput

Gangbaarheid

25 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be