poškodila
- IPA: /pɔʃkɔɟɪla/
- po·ško·di·la
poškodila
- vrouwelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord poškodit
- onzijdig derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord poškodit
- vrouwelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord poškodit
- onzijdig meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord poškodit