plunderden
- Geluid: plunderden (hulp, bestand)
- plun·der·den
vervoeging van |
---|
plunderen |
plunderden
- meervoud verleden tijd van plunderen
- Wij plunderden.
- Jullie plunderden.
- Zij plunderden.
- Wij plunderden.
- Het woord plunderden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.