• pluk·haar
vervoeging van
plukharen

plukhaar

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plukharen
    • Ik plukhaar. 
  2. gebiedende wijs van plukharen
    • Plukhaar! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plukharen
    • Plukhaar je?