• plan·lag·de

planlagde

  1. verleden tijd van planlægge


planlagde

  1. verouderde spelling of vorm van planla tot 2012
(verouderd) verleden tijd van planlegga en planlegge

planlagde

  1. verouderde spelling of vorm van planla tot 2012
(verouderd) verleden tijd van planleggja en planleggje