pipe
pipe
- buis; een hol cilindrisch voorwerp.
pipe v
- (spreektaal) saffie, sjekkie [1]
- (spreektaal) pijpbeurt
- «Ensuite cette salope lui a fait une pipe.»
- Toen heeft die del hem gepijpt. [1]
- «Ensuite cette salope lui a fait une pipe.»
pipe
pipe v