pinaarde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pi·naar·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pinaren |
pinaarde
- enkelvoud verleden tijd van pinaren
- Ik pinaarde.
- Jij pinaarde.
- Hij, zij, het pinaarde.
- Ik pinaarde.
Gangbaarheid
- Het woord pinaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.