picknickte
- Geluid: picknickte (hulp, bestand)
- pick·nick·te
vervoeging van |
---|
picknicken |
picknickte
- enkelvoud verleden tijd van picknicken
- Ik picknickte.
- Jij picknickte.
- Hij, zij, het picknickte.
- Ik picknickte.
- Het woord picknickte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.