peroreer
- per·oreer
vervoeging van |
---|
peroreren |
peroreer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peroreren
- Ik peroreer.
- gebiedende wijs van peroreren
- Peroreer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peroreren
- Peroreer je?
- Het woord peroreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.