• per·oreer
vervoeging van
peroreren

peroreer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peroreren
    • Ik peroreer. 
  2. gebiedende wijs van peroreren
    • Peroreer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peroreren
    • Peroreer je?