Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·fo·reert

Werkwoord

vervoeging van
perforeren

perforeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van perforeren
    • Jij perforeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van perforeren
    • Hij perforeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van perforeren
    • Perforeert!