perfectioneerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·fec·ti·o·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
perfectioneren |
perfectioneerde
- enkelvoud verleden tijd van perfectioneren
- Ik perfectioneerde.
- Jij perfectioneerde.
- Hij, zij, het perfectioneerde.
- Ik perfectioneerde.