perfectioneer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·fec·ti·o·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
perfectioneren |
perfectioneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van perfectioneren
- Ik perfectioneer.
- gebiedende wijs van perfectioneren
- Perfectioneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van perfectioneren
- Perfectioneer je?