percoleerde
- Geluid: percoleerde (hulp, bestand)
- per·co·leer·de
vervoeging van |
---|
percoleren |
percoleerde
- enkelvoud verleden tijd van percoleren
- Ik percoleerde.
- Jij percoleerde.
- Hij, zij, het percoleerde.
- Ik percoleerde.
vervoeging van |
---|
percoleren |
percoleerde