parsete
- parse·te
vervoeging van |
---|
parsen |
parsete
- enkelvoud verleden tijd van parsen
- Ik parsete.
- Jij parsete.
- Hij, zij, het parsete.
- Ik parsete.
- Het woord parsete staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
parsen |
parsete