Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·tof·fels

Zelfstandig naamwoord

de pantoffelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pantoffel
     Het dienstmeisje gaf me een paar pantoffels toen ik mijn schoenen had uitgetrokken en bracht me naar de salon, want nu heette het salon en niet woonkamer.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be