paaldanste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: paaldanste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- paal·dans·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
paaldansen |
paaldanste
- enkelvoud verleden tijd van paaldansen
- Ik paaldanste.
- Jij paaldanste.
- Hij, zij, het paaldanste.
- Ik paaldanste.