overstemt
- over·stemt
vervoeging van |
---|
overstemmen |
overstemt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstemmen
- Jij overstemt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstemmen
- Hij overstemt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overstemmen
- Overstemt!
vervoeging van |
---|
overstemmen |
overstemt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstemmen
- ... dat jij overstemt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overstemmen
- ... dat hij overstemt.