Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·sneed

Werkwoord

vervoeging van
oversnijden

oversneed

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oversnijden
    • ... dat ik oversneed. 
    • ... dat jij oversneed. 
    • ... dat hij, zij, het oversneed. 
vervoeging van
oversnijden

oversneed

  1. enkelvoud verleden tijd van oversnijden
    • Ik oversneed. 
    • Jij oversneed. 
    • Hij, zij, het oversneed. 

Gangbaarheid