overlevde
Noors
Woordafbreking
- o·ver·lev·de
Woordherkomst en -opbouw
- Noorse woordvorm met het voorvoegsel over-
Naar frequentie | 2964 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van overlevd
overlevde, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van overlevd
Werkwoord
overlevde
- verleden tijd van overleve
Nynorsk
Woordafbreking
- o·ver·lev·de
Woordherkomst en -opbouw
- Nynorske woordvorm met het voorvoegsel over-
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van overlevd
overlevde, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van overlevd
Werkwoord
overlevde
- verleden tijd van overleve