Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·laad·den

Werkwoord

vervoeging van
overladen

overlaadden

  1. meervoud verleden tijd van overladen
    • Wij overlaadden. 
    • Jullie overlaadden. 
    • Zij overlaadden. 
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
overladen

overlaadden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overladen
    • ...dat wij overlaadden. 
    • ...dat jullie overlaadden. 
    • ...dat zij overlaadden.