overhoopsmijt
- over·hoop·smijt
vervoeging van |
---|
overhoopsmijten |
overhoopsmijt
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhoopsmijten
- ... dat ik overhoopsmijt.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhoopsmijten
- ... dat jij overhoopsmijt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhoopsmijten
- ... dat hij overhoopsmijt.