overblijft
- Geluid: overblijft (hulp, bestand)
- over·blijft
vervoeging van |
---|
overblijven |
overblijft
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overblijven
- ... dat jij overblijft.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overblijven
- ... dat hij overblijft.
- Het woord overblijft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.