overbetaal
- Geluid: overbetaal (hulp, bestand)
- over·be·taal
vervoeging van |
---|
overbetalen |
overbetaal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overbetalen
- Ik overbetaal.
- gebiedende wijs van overbetalen
- Overbetaal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overbetalen
- Overbetaal je?
- Het woord overbetaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.