overacteer
- Geluid: overacteer (hulp, bestand)
- over·ac·teer
vervoeging van |
---|
overacteren |
overacteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overacteren
- Ik overacteer.
- gebiedende wijs van overacteren
- Overacteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overacteren
- Overacteer je?