Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·voedt

Werkwoord

vervoeging van
opvoeden

opvoedt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvoeden
    • ... dat jij opvoedt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvoeden
    • ... dat hij opvoedt.