opvat
- op·vat
vervoeging van |
---|
opvatten |
opvat
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvatten
- ... dat ik opvat.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvatten
- ... dat jij opvat.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvatten
- ... dat hij opvat.
- Het woord opvat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.