Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·toomt

Werkwoord

vervoeging van
optomen

optoomt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optomen
    • ... dat jij optoomt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optomen
    • ... dat hij optoomt. 

Gangbaarheid