opteert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opteren |
opteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opteren
- Jij opteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opteren
- Hij opteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opteren
- Opteert!
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opteren |
opteert