Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·sneed

Werkwoord

vervoeging van
opsnijden

opsneed

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opsnijden
    • ... dat ik opsneed. 
    • ... dat jij opsneed. 
    • ... dat hij, zij, het opsneed.