oprørske
Deens
Woordafbreking
- op·rørs·ke
Woordherkomst en -opbouw
- Deense bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel op-
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van oprørsk
oprørske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van oprørsk