• op·of·fe·rin·gen

de opofferingenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord opoffering
     De rector hield een toespraak over vrijheid en democratie en de opofferingen die voor ons lagen nu we onze uiterste best moesten doen om de dappere Hongaren te helpen, in het ergste geval met wapens in de hand.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767