• op·of·fe·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord opoffering opofferingen
verkleinwoord opofferingetje opofferingetjes

de opofferingv

  1. het opgeven van iets wat waarde heeft voor een groter doel
    • Hij heeft zich daarvoor veel opofferingen getroost. 
     De rector hield een toespraak over vrijheid en democratie en de opofferingen die voor ons lagen nu we onze uiterste best moesten doen om de dappere Hongaren te helpen, in het ergste geval met wapens in de hand.[1]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be