opmeet
- op·meet
vervoeging van |
---|
opmeten |
opmeet
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmeten
- ... dat ik opmeet.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmeten
- ... dat jij opmeet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmeten
- ... dat hij opmeet.
- Het woord opmeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.