Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·krab·de

Werkwoord

vervoeging van
openkrabben

openkrabde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van openkrabben
    • ... dat ik openkrabde. 
    • ... dat jij openkrabde. 
    • ... dat hij, zij, het openkrabde. 

Gangbaarheid