oorlog voerden
- oor·log voer·den
vervoeging van |
---|
oorlog voeren |
oorlog voerden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van oorlog voeren
- ...dat wij oorlog voerden.
- ...dat jullie oorlog voerden.
- ...dat zij oorlog voerden.
- ...dat wij oorlog voerden.
vervoeging van |
---|
oorlog voeren |
oorlog voerden