ontzwangerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·zwan·ger·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontzwangeren |
ontzwangerde
- enkelvoud verleden tijd van ontzwangeren
- Ik ontzwangerde.
- Jij ontzwangerde.
- Hij, zij, het ontzwangerde.
- Ik ontzwangerde.
vervoeging van |
---|
ontzwangeren |
ontzwangerde