ontwapent
- ont·wa·pent
vervoeging van |
---|
ontwapenen |
ontwapent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontwapenen
- Jij ontwapent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontwapenen
- Hij ontwapent.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontwapenen
- Ontwapent!
- Het woord ontwapent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.