Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·vlooi·de

Werkwoord

vervoeging van
ontvlooien

ontvlooide

  1. enkelvoud verleden tijd van ontvlooien
    • Ik ontvlooide. 
    • Jij ontvlooide. 
    • Hij, zij, het ontvlooide.