ontvleest
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·vleest
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontvlezen |
ontvleest
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvlezen
- Jij ontvleest.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvlezen
- Hij ontvleest.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontvlezen
- Ontvleest!
Gangbaarheid
- Het woord ontvleest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.