Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·vlees·den

Werkwoord

vervoeging van
ontvlezen

ontvleesden

  1. meervoud verleden tijd van ontvlezen
    • Wij ontvleesden. 
    • Jullie ontvleesden. 
    • Zij ontvleesden. 

Gangbaarheid