Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·ruim·de

Werkwoord

vervoeging van
ontruimen

ontruimde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontruimen
    • Ik ontruimde. 
    • Jij ontruimde. 
    • Hij, zij, het ontruimde. 
  2. verbogen vorm van ontruimd, voltooid deelwoord van ontruimen