Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·mid·del·de

Werkwoord

vervoeging van
ontmiddelen

ontmiddelde

  1. enkelvoud verleden tijd van ontmiddelen
    • Ik ontmiddelde. 
    • Jij ontmiddelde. 
    • Hij, zij, het ontmiddelde. 

Gangbaarheid