onthaalden
- Geluid: onthaalden (hulp, bestand)
- ont·haal·den
vervoeging van |
---|
onthalen |
onthaalden
- meervoud verleden tijd van onthalen
- Wij onthaalden.
- Jullie onthaalden.
- Zij onthaalden.
- Wij onthaalden.
- Het woord onthaalden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.